keesenkelly2.reismee.nl

Nieuwe reis, nieuwe blog.... Nu met Jules!

Binnenkort gaan Kees, Jules en ik weer op fietsvakantie. Onze nieuwe belevenissen zijn te volgen op de nieuwe site. http://KeesKellyenJules.reismee.nl

Op de nieuwe site kun je je ook aanmelden om berichten te ontvangen als er een nieuw verhaal of foto online komt.

Liefs Kees, Kelly en Jules

Gedichtje tot slot


Onverwacht een ogenschijnlijk zwaar stukje tot slot
Met meer bagage dan nodig.
Overgeven en stap voor stap.
Gebruik maken van het lichaam om kracht te sparen.




Steeds dichterbij komt het einde van de vroegere wereld,
daar waar een pad begint.
Nog een paar stappen in perfect stapweer.
Kilometer 0,00. Saint Jacques knipoogt bij Faro deFinisterre.




Tien kilometer wachten op een modern wit paard met doorzetter.
Voor hem een stuk van een droom dat hier overwint.
Daar is hij dan, vol van voldoening en blijdschap.
Maar zonder mij toch minder intens.




Een aanzoek bij een oneindig uitzicht
Voor de rest van ons leven
Samen uitkijkend over eindeloos water
Ja!


Dag 26 Gonzar – Santiago de Compostela 90,66 km (2889,30 km totaal)

Met een strak donkerblauwe lucht, enkele sterren en een beetje maan gaan we op pad. De fietsverlichting moest nog even aan, maar omdat we nog 6 km moesten klimmen met een snelheid van 6 km/uur, knipperden onze lampen. Voor en achter ons kwamen wolken aandrijven. We gingen ontbijten bij een rustig barretje en vertrokken toen de dag echt was aangebroken. Een stel dat we gisteren ook al een paar keer voorbij gingen/ lieten voorbijgaan, rijdt weer voorbij. We kletsen even. Ze komen uit Italië en zijn in Puenta la Reina begonnen. Ze vinden het geweldig dat wij in Nederland zijn begonnen. De wolken die snel dichterbij kwamen, bleken veel water te bevatten en dat lieten ze ons voelen. De regenkleding ging weer een keer aan. Helaas kwam ik er achter dat de poncho na die andere keer regen, niet goed opgedroogd is weggestopt. En voor iemand die een gevoelige neus heeft, was dat geen pretje. Zeker ook niet een kwartier later, toen de poncho weer uit kon. Toen rook ook mijn jasje zo… De wolken verdwenen en de zon verduisterde alle bewijzen. Weer tijd om te smeren. Omdat mijn benen in omvang wat gekrompen zijn, zit mijn fietsbroek iets losser en kruipt steeds omhoog. De zon had dus een nieuw stuk om zich op te richten, de afgelopen dagen. Kees heeft stempelkoorts vandaag en heeft gezorgd voor 7! stuks. Tijdens het klimmen en afdalen komen we de wit—rode fietsers weer tegen. Ze vragen hoe het gaat, erg vriendelijk. Ook een drietal jongens komt in de buurt. Zij fietsen echter een fractie langzamer dan wij en we halen ze uiteindelijk in. Eén van die jongens trekt een sprint (berg op) en haalt ons weer in. Tijdens de afdaling maak ik zoveel vaart dat ik hem weer inhaal. Kees volgt ook. Hij vond het een leuk om te zien hoe mijn vaart de jongen overrompelde. Het begint weer enorm te regenen, de regenkleding is nu dichterbij. Een leuk cafeetje ook, daar komen we druipend binnen en drinken wat, net als vele wandelaars. De bui is alweer snel vertrokken en wij ook. Het is dan nog 25 km naar Santiago. We komen met zon aan op het plein, maken wat foto’s en gaan op zoek naar de plek voor ons Compostelaat. Er staat een flinke rij, wij sluiten aan. Achter ons een wandelaar en daarachter…. De Italiaanse fietsers. We krijgen dikke zoenen en feliciteren elkaar. Daarna volgt er een soort scoutingclub. We waren dus nog op tijd… Eenmaal binnen moeten we ook nog de trap op en worden stap voor stap geleid naar één van de bureaus voor hét papiertje. Onze naam komt er in het Latijn op te staan, we kopen nog een kokertje voor veiliger vervoer naar huis en gaan op weg naar het busstation. Daar regelen we onze busreis naar Frankrijk en gaan naar het klooster waar Kees al eerder logeerde. Wie komen we op de oprit tegen? De Italianen! Helaas is het klooster 'completo' en gaan we naar de camping. We vinden het zowaar koud hier. In Nedeland +30 graden, hier net aan 25. Soms dreigende wolken, geen regen meer. Mijn doel bereikt! Kees nog niet, die heeft er nog altijd spijt van dat hij 3 jaar geleden niet is doorgefietst naar Fisterra, dus dat gaat hij morgen doen. Ik zal daar op hem wachten, want de bus doet er 2,5 uur over, Kees gaat nog 120 km klimmen en klauteren met afdaling naar zeeniveau als toetje. Daarna samen met de bus weer terug.

Dag 25 Villafranca - Gonzar 109 km

We werden beetje bij beetje wakker van de vertrekkende pelgrims die langs onze tent over het gravelpad liepen. Toen er bijna niemand meer in de herberg was, gingen we naar de wc en spoelden de laatste bekers af. Een herberg op deze route ziet er dan ongelooflijk smerig uit. “Bah bah” zei Kees… Wij vertrokken op tijd, alle wekkers inhalend. We gaan weer op de nodige terrasjes zitten en halen onder andere ontbijt. De klim naar Cebreiro gaat prima. De zon speelt ‘skuilthoekie’ achter de bergen. Toen we klommen, zagen we de nieuwe snelweg heel hoog boven onze weg. Wij moesten klimmen en reden na enige tijd boven de snelweg. Boven bij Cebreiro weer een terras en stempel. De zon was weer aanwezig en nog steeds moeten wij ons insmeren. Er ging deze bijna 4 weken geen enkele dag voorbij dat dit niet nodig was. Best bijzonder dat we nog steeds zo gevoelig zijn voor de zon. De afdaling die volgde was heel fijn. Weinig remgebruik. Ik schrok toen ik 60+ km/uur op de teller zag staan, het voelde helemaal niet zo snel. De weg was prima. De wind zorgde er wel voor dat we rustiger gingen rijden. Óf door de tegenwind óf doordat het gevaarlijk was om snel te rijden met rukwinden. Door de wind waren ook de andere klimmen van de middag in prima temperatuur te volbrengen. Halverwege een klim van 12 km vonden we de herberg waar we zouden kunnen kamperen. De herberg is ‘completo’, maar kamperen mag. Een heel oud ogend mannetje spreekt binnensmonds Spaans in een rap tempo, maar we begrijpen hem echt niet. Uiteindelijk ‘jaagt’ hij ons naar een veldje en gebaart dat we hier de tent op kunnen zetten en dat het gras te droog is om er vuur in de buurt te brengen. Na het opzetten van de tent ‘jaagt’ hij ons naar het gebouw en daar wacht zijn vrouw ons op voor de financiële afhandeling. We betalen de helft, kunnen douche, toilet en internet gebruiken. En de vliegen krijgen we ook op bezoek. Het zijn er veel. Zoveel dat we de vrouw in een uur tijd al 2 keer de vloer hebben zien aanvegen met dode vliegen. En dan de levende nog…. Zeker 30 per vierkante meter, maar ze steken niet! Het stoort niet echt. Af en toe schrikken we op van een klap. Dat zijn de vallende appels op de auto, tractor, tafel, enz. Erg aardig echtpaar, ook al verstaan we ze minimaal. Morgen weer vroeg op pad naar…

Dag 24 Hospital-de-Órbigo – Villefranca del Bierzo 104,58

Kees heeft gisteren nog eens zijn eiertruc uitgevoerd, dus het ontbijt zit goed. Het was erg koud toen we vertrokken, maar dat was wel fijn, gezien het gisteren zo warm was onderweg. In Astorga doen we ons nieuwe ochtendritueel. Koffie, thee en iets te eten. Deze keer ook weer even wifi. En een stempel bij een albergue. Toen kwam de klim naar de Cruz de Ferro. Het half uurtje pauze gold niet voor de zon, volop warmte en een beetje wind. De klim ging langzaam, maar was goed te doen. Op een terras vlak voor het einde haalden we nog even adem, wat te drinken en een stempel. Voor we het wisten waren we daarna boven. De lichte afdaling vlak voor het ijzeren kruis was een verrassing. Stukje klimmen, daarna enorm afdalen. De afdaling waar Kees 3 jaar geleden was gevallen. Geen leuke afdaling. In El Acebo wacht Kees op mij en schrikt van mijn hete velgen. Oplossing? Minder remmen! Nou, dat zeker niet. Pfffff wat een steile afdaling! Niet mijn favoriete type. Ineens zien we een man op een eenwieler omhoog fietsen! Zooooo!!! Dan weer verder remmen naar beneden. Gelukkig wordt het minder steil, maar nog steeds pittig. Als we bijna beneden zijn, zien we een echtpaar omhoog ploeteren in de hitte, wetende wat ze nog krijgen. Wij gaan zo snel, dat we ze geen succes kunnen wensen, misschien maar goed ook. We klimmen nog wat, we dalen nog wat, maar de hitte is wat het moeilijk maakt. De ene paal in de schaduw geeft 40•C aan, de andere 37. Warm is het in ieder geval, vele bidons water worden leeggedronken en weer gevuld, zodra we een kraantje zien. In Villafranca is de herberg vol, maar voor €6,- mogen we wel gebruik maken van de faciliteiten en kunnen we de tent op neerzetten waar plek is. Morgen weer vroeg op pad, dan staat Cebreiro op het programma.

Dag 23 Sahagún – Hospital-de-Órbigo 106,26 k

Om 8 uur moesten we de kamer uit zijn, dat lukte. Heerlijk geslapen, maar niet lang genoeg, dat komt later wel weer. We ontbijten op een terrasje na ongeveer 22 km. Dat is nadat we de nodige kuddes wandelende pelgrims voorbij gegaan zijn, soms zijn ze al 4 uur onderweg, wij ruim een uur. De dorpjes zijn inmiddels volledig pelgrimvriendelijk. Veel kraantjes, albergues, pelgrimmenu’s (soort van ‘special prais foor joe’, maar dan wat aardiger) en meestal wel een terrasje of bankjes. In Mansilla de las Mulas vinden we een erg leuk terrasje en strijken ook daar weer neer. Er is wifi en ik ga maar even wat uploaden en lees alle reacties dankbaar! We rijden lekker door naar Leon, een stad die ik niet mag missen, volgens Kees. En of! Ontzettend mooi! Kees wijst op een ijssalon die yoghurtijs verkoopt. Aangezien mijn maag softijs niet zo goed verdraagt, halen we daar een lekker bakje met topping. Hmmmm… Kees koos een topping die beter bij softijs smaakt, dus hij keek een beetje vreemd bij iedere hap (yoghurtijs, caramel en nootjes). Mijn combi van bosvruchtensaus en besjes was erg goed. De straten zagen er verrassend vrolijk en ook historisch uit. Bij de kathedraal keek ik mijn ogen uit. En een Vlaamse vakantiefietser bewonderde onze fietsen en knoopte een langdurig praatje aan. We hadden het plan om bij het water te gaan eten, maar voordat we daar waren, was er al veel hitte bijgekomen. Daarom bleven we niet te lang en gingen verder. Door de drukte van de stinkende hitte reden we de stad weer uit. Toen voelde ik in mijn maag dat het yoghurtijs toch wel veel softijs bevatte en dat ging in de hitte en bergop niet zo heel lekker. Gelukkig reed mijn opkikker/afleider/windvanger naast en voor me. Na een uur ging het alweer een stuk beter. In Hospital de Órbigo reden we over de prachtige brug (die ook op de voorkant van het routeboekje staat) en op de brug moesten we rechtsaf om de camping te bereiken. De camping bestaat uit een klein trekkersveldje en verder heel veel vaste plaatsen. Met verbazing hebben we zitten kijken naar hoe menig grasveldje van drie voerkante meter werd behandeld met elektrische grasmaaier, kantenmaaier en sproei installaties. Alle caravans hadden een voortent, schuurtent, partytent en boog bij de ingang, begroeid met bloeiende planten. Alle mannen leken op elkaar en wij waren duidelijk een bezienswaardigheid.

Dag 22 Burgos – Sahagún 141,77 km

Dag 22 Burgos – Sahagún 141,77 km


29 juli 2013


In de kou (13 graden) verlieten we de camping. We gingen na een paar km ontbijten, met omelet als goed aangeprezen suggestie van de barman. Plus koffie, thee en twee stukken brood voor €4,-! Met een klim waren we Burgos uit en direct ook uit Burgos. Eindeloos uitzicht, mooi… We doen nog een terras aan en Kees heeft weer genoeg cafeïne voor de tocht. De wind is in ons gezicht, de zon verstopt zich vaak achter de wolken, prima fietsweer. Wind mee was fijner geweest, maar dit brengt wel koelte. Het landschap blijft hetzelfde en er hoeft niet veel te worden geklommen.


We komen door Castrojeriz, een paar eeuwen terug in de tijd met vele pelgrims en vriendelijke inwoners. Alles hier ademt de sfeer van de camino. Bidons bijvullen en toen een lange weg met veel van hetzelfde. Behalve dan het fietsen onder de bogen van de ruïne van St. Anton, erg mooi. Omdat de weg wat voorspelbaar wordt, nemen we een extra stuk van het oorspronkelijke pad. Daarna ziet Kees op de GPS (die we inmiddels “Bert” noemen) dat er nog een leuk weggetje is. We proberen het, super! Dan ineens flink afdalen, oei, komt dat wel goed? Gelukkig brengt Bert ons op gelijke hoogte terug op de route.


Als we gaan lunchen in Boadilla del Camino, komt er een ietwat beschonken man op ons af lopen met een sleutel. Hij vraagt of we de kerk van binnen willen zien (in het Spaans, dus ik ben blij dat ik dat heb begrepen). We gaan op zijn aanbod in en krijgen een complete rondleiding in het Spaans met dubbele tong. Beleefd knik ik om de zoveel zinnen, want als ik hem niet begrijpend aankijk, komt er alleen maar meer. Hij vraagt tot slot of we nog een stempel willen (dat woord ken ik dan wel, al vanaf Spanje dag 1). Graag! Hij blijft vrij lang weg met onze pelgrimspassen en als we gaan kijken, zien we hem heel precies turen naar de plek waar de pen het papier van de datum voorziet. We bedanken hem en met een kleine fooi verlaten we de kerk.


Ons eerste idee was om naar de camping in Carrión de los Condes te gaan. Als we daar om 16 uur al zijn, zijn we nog lang niet moe en het volgende trajectdeel lijkt gelijk aan wat we al hebben gehad. Kees had eerder in Sahagún in het klooster gelogeerd, dat wilde ik ook wel eens meemaken. De zinnen gezet op Sahagún. Nog 40 km vanaf daar. De wolken zijn verdwenen, de wind niet, Kees zijn pet wel. Voor dat laatste bleek de oplossing te liggen in een souvenirswinkel. Kees rijdt vanaf vandaag met een pet voorzien van de route op zijn hoofd (niet de meest ideale plek voor een route, maar wel goed tegen de warmte).


In Sahagún vindt Kees na het nodige zoekwerk, het klooster. Er lopen nu alleen geen monniken meer rond, maar een dame die zegt dat we niet op een slaapzaal kunnen slapen, maar wel in een veel duurdere kamer voor onszelf. Het blijkt voordelige hotelkamer in de stijl van het klooster, inclusief minibad! In het centrum gaan we wat eten en kletsen gezellig met een Nederlands stel dat de wandelroute doet. Voor 22 uur moeten we terug zijn, wat op het nippertje lukt. Een echt bed, dat is lang geleden!